Les 21: Hoeveel tellen is elke noot nu eigenlijk?
Weet je nog dat we in deel 2 er van uitgingen dat een hele noot 4 tellen is, een halve noot 2 tellen, een kwart noot 1 tel, enzovoort?
Nu we allerlei verschillende maatsoorten zijn tegen gekomen in de vorige les, hebben we gezien dat een kwart noot niet altijd 1 tel is.
Want dit hangt van de maatsoort af.
Voor de duidelijkheid, hebben we hieronder op een rijtje gezet hoeveel tellen elke noot nu is bij elke maatsoort.
Bij een 5 maat is:
w = 2 tellen, | r = 1 tel, | u = 1/2 tel, | p = 1/4 tel, enz |
Bij een 6, 7 en 8 maat is:
w = 4 tellen, | r = 2 tellen, | u = 1 tel, | p = 1/2 tel, enz |
Bij een 9 en 0 maat is:
w = 8 tellen, | r = 4 tellen, | u = 2 tellen, | p = 1 tel, enz |
Je moet dus altijd goed naar het onderste getal van de maatsoort kijken aan het begin van een muziekstuk om te zien welke noot één tel is.
Daarna kun je de hoeveelheid tellen van elke andere noot ook bepalen, want ook al zijn alle noten niet bij elke maatsoort evenveel tellen, de verhouding tussen de verschillende noten blijft altijd hetzelfde.
Dat wil zeggen, een halve noot is altijd de helft van het aantal tellen van een hele noot, en een kwart noot is altijd de helft van het aantal tellen van een halve noot, enzovoort.
De sommetjes hieronder gelden dus altijd:
w | = | r | + | r |
r | = | u | + | u |
u | = | p | + | p |
p | = | g | + | g |