Les 25: Hele en halve rusten

Tot nu toe hebben we gezien dat muzieknoten op de notenbalk aangeven hoe je geluid moet maken, met een instrument of je stem. Maar het kan natuurlijk ook voorkomen dat je tussendoor eventjes geen geluid moet maken, dat je eventjes stil moet blijven. We geven dit dan ook aan op de notenbalk. We gebruiken hier alleen geen noten voor, maar andere tekens - namelijk rusttekens.

Het schrijven van rusten gaat precies hetzelfde als het schrijven van noten. Net zoals we een noot voor 1, 2 of 3 tellen moeten spelen, hebben we ook rusten van 1, 2 of 3 tellen waarin we niet moeten spelen. In deel 2 hebben we geleerd hoe alle noten er uitzien en hoe ze heten: de hele noot, halve noot, kwart noot, enzovoort. Voor rusten is dit precies zo. We hebben ook een hele rust, een halve rust, een kwart rust, enzovoort.

Als eerste zullen we gaan kennismaken met de hele rust.
De hele rust is precies even lang als een hele noot. Als een hele noot dus een toon van 4 tellen aangeeft, dan geeft een hele rust een stilte van 4 tellen aan. De hele rust schrijven we als een kort streepje die aan de vierde lijn van de notenbalk hangt: Hoewel noten hoog of laag op de notenbalk staan om een andere toon aan te geven, doen we dit niet met rusten. Een hele rust hangt altijd aan de vierde lijn van de notenbalk, het maakt ook niet uit welke sleutel er voor staat.

Een hele rust hangt altijd aan de vierde lijn van de notenbalk

Een halve rust ziet er hetzelfde uit als een hele rust, een kort streepje, maar een halve rust ligt op de derde lijn van de notenbalk. Zie je het verschil met de hele rust?

Een halve rust ligt altijd op de derde lijn van de notenbalk

Een halve rust duurt even lang als een halve noot. Voor rusten gelden dus ook dezelfde sommetjes zoals we die voor noten geleerd hebben: